Meditatie Hemelvaart

Auteur: William S. Plumer

Blijdschap over het heil



‘God vaart op met gejuich…’
Psalm 47:6

Wat een fout! Wat een enorme vergissing is het om te denken dat iemand die van harte Christus heeft aangegrepen, niet blij zou zijn.

Deze psalm is vol van die blijdschap. Het taalgebruik is wellicht ontleend aan de liederen die Israël zong bij de overwinning op hun vijanden. Maar het oog van de psalmist, die profetisch spreekt, is ongetwijfeld gericht op iets hogers dan aardse triomf. De grote blijdschap die deze psalm doortintelt, slaat op de hemelvaart van de Messias. En, als gevolg daarvan, op de verbreiding van het Evangelie en het vestigen van recht en gerechtigheid onder de volkeren.

De sleutel voor het juiste begrip van de psalm ligt in vers 6: ‘God vaart op met gejuich, de HEERE met geklank der bazuin.’ Gejuich duidt op blijdschap die op een uitgelaten manier wordt geuit. Calvijn denkt dat wordt verwezen naar door God ingestelde ceremoniën, de plechtige gelegenheden waarbij op trompetten moest worden geblazen. ‘Maar’, gaat hij verder, ‘de geïnspireerde schrijver, die nog in het tijdperk van de ceremoniën leefde, wilde ons vérder leiden. Onze aandacht vragen voor die zo veel heerlijker intocht – die van Christus, toen Hij opvoer ver boven al de hemelen (Ef. 4:10), en zo alle macht over de wereld verkreeg. Die door deze hemelse macht alle trots en hoogmoed ten onder bracht.’ Bijna alle uitleggers denken dat dit de enige, of in ieder geval de diepere bedoeling van deze psalm is.

Het Nieuwe Testament heeft maar heel weinig woorden nodig om de hemelvaart van onze Heere te beschrijven. Maar het lijdt geen twijfel dat hier de grootste van alle blijde gebeurtenissen beschreven wordt.

Lukas zegt in hoofdstuk 24 dat er ‘grote blijdschap’ was bij de discipelen en dat zij voortdurend God loofden en dankten in de tempel. Een van de commentatoren denkt dat het gejuich wellicht slaat op de verrukking die de evangelisten en apostelen ervaren als zij een Christus gaan preken Die werd gekruisigd en begraven, opstond uit de doden en naar de hemel voer. De hemelvaart van Christus en de voortgang van het Evangelie geven reden tot blijdschap. Psalm 68 zegt zelfs dat toen Hij opvoer, Hij de gevangenis gevangen heeft genomen en gaven genomen heeft om uit te delen onder de mensen, ja ook onder wederhorigen. Hoe veel tongen heeft die grote blijdschap niet losgemaakt! Zelfs in gevangenissen en op de brandstapel is gezongen, weten we uit de kerkgeschiedenis. Altijd als de godsvrucht bloeide, als er opwekkingen kwamen, bloeide ook de lofprijzing op.
 
De zegeningen die voortvloeien uit het Evangelie ontlokken aan het menselijk hart de diepste en heerlijkste emoties. Ze zullen de aarde uiteindelijk vervullen met een onuitsprekelijke vreugde. Gods kinderen in het Oude Testament jubelden en raakten in vervoering over de HEERE en Zijn wegen.

Hoeveel te meer gebeurt dat onder de bediening van het Evangelie.

En het zal in de hemel aanzwellen tot een loflied waarvoor wij hier geen woorden kunnen vinden.

* Meditatie vertaald uit het Psalmencommentaar van de Amerikaanse presbyteriaan prof. W.S. Plumer (1802-1880)

Spaanse Evangelische Zending

Postbus 40098
7300 AZ  Apeldoorn
0553032252
info@sez.st