Meditatie: Gedachten rondom de passieweken

Prof. G. Wisse
Gedachten rondom de passieweken

Voorop staat, dat geen andere gedachten voor Gods aangezicht van waarde zijn en onze ziel tot heil en zaligheid kunnen strekken dan die des geloofs. Niet bijvoorbeeld uit medelijden, maar zulke die vrucht zijn van een in Christus ingeplant zijn, Hem zo kennende dat ik op Hem vertrouw en in Hem leef. En dan komen met name de volgende zaken hier ter sprake:

1.
Dat dit lijden en sterven des Heeren borgtochtelijk-ambtelijk was, dat is als Borg bij God voor onze zonden,
Hem door de Vader opgedragen uit de eeuwige liefde Gods daartoe verordineerd, bekwaamd, bevoegd en verantwoordelijk. Dit laatste betekent, dat Hij voor de uitkomst in de God verheerlijkende en ons zaligende vrucht zou instaan.

2.
De geestelijke waarde ervan bemediteren en betrachten. Dit houdt in om met Christus te sterven aan de wet
door de wet. De wet moet ons dan leren, dat wij er door de wet en door onze werken niet kunnen komen en om alzo ook in het stuk der heiligmaking een sterven te leren aan alles wat niet van Christus is. Opdat we ‘den beelde Zijns Zoons’ gelijkvormig mogen worden, want hoe meer we afsterven aan al wat zondig is en van het ‘vlees’, hoe meer er plaats open komt voor Hem.

3.
Gedurig door, en alle dagen in meditatie steeds indenken en doorproeven wat het Hem gekost heeft, opdat
er meer en meer een lieven en loven zij van Hem. En in die mate zal dan onze ziel ook leven.

4.
Als de zonde lokt, bedenk dan hoe elk onzer zonden als een doorn in Zijn doornenkroon, Zijn hoofd heeft
doorwond. Het mocht een middel zijn om ‘neen’ tegen de zonde en ‘ja’ tegen God te zeggen.

5.
Bij dergelijke geloofsmeditatie moge dan zeer zeker de ontboezeming geslaakt: ‘Wat deed Gij voor mij’, ‘wat
doe ik voor U?’ niet om daaraan verdienstelijkheid te ontlenen. Wat verdienstelijkheid zouden wij nog kunnen toevoegen aan de verdienste van Christus? Het klinkt haast als een belediging van Christus. Zijn volle verdienste toch beantwoordt volmaakt aan Gods gerechtigheid. Hij verwierf de volle zaligheid, omdat Zijn verdienste en gerechtigheid een Goddelijke is, doordien Zijn persoon een Goddelijke is. Immers, omdat Hij de Zone Gods is, Zelf God uit God, ontleenden Zijn lijden en sterven daaraan een eeuwige waarde. Omdat Zijn gerechtigheid een Goddelijke is, is aanvulling niet alleen niet mogelijk, maar ook totaal overbodig. Daarin gaat de gerechtigheid van de Borg Christus, als tweede Adam, die van de eerste Adam eeuwig te boven.

6.
Hier moge nog bijgevoegd worden wat de apostel Petrus ons leert, namelijk dat Hij een voorbeeld zij voor
ons geloofsleven. Zie bijvoorbeeld 1 Petrus 2:21-22, waar de apostel ons Christus in Zijn lijden ook tot een voorbeeld stelt, Die, als Hij gescholden werd niet wederschold.

7.
Om in onze lijdenswegen een proeve te zijn van wat we vermogen in de kracht van Christus.

8.
En om niet meer te noemen, dat we uit de kracht des geloofs en in geloofsvereniging met Christus in ons
sterven een heerlijke bate uit Christus mogen hebben.

Waarde vrienden, als dan het zo dierbare bloed van Christus vergoten moest worden om onze schuld bij God te betalen, hoe vreselijk van aard moet dan de zonde worden geacht. Bid God dan om waarachtige bekering des harten, opdat we de zonde zelf leren haten en vlieden. En indien dan Christus’ bloed zó dierbaar en groot van waarde moet worden geacht, dat daarin de toorn van God volkomen is geblust, hoe behoren we dan in Hem te geloven en in Zijn doorboorde handen het volle gewicht van onze kostelijke ziel te leggen en aan niemand en niets anders in leven en sterven ons geheel toe te betrouwen. Uw antwoord zij: ‘Heere ik geloof, kom mijn ongelovigheid te hulp.’ Amen.

Deze meditatie verscheen eerder in de Zendingsbode.

Meer weten over ons werk in Cuba?

Spaanse Evangelische Zending

Postbus 40098
7300 AZ  Apeldoorn
0553032252
info@sez.st